Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dit zult gij hebben van de [17]heiligheid der heiligheden, uit het [18]vuur: al hun offeranden, met al hun spijsoffer, en met al hun zondoffer, en met al hun schuldoffer, dat zij Mij zullen wedergeven; het zal u en uw zonen een [19]heiligheid der heiligheden zijn. 17. Zie Lev.2:3. 18. Dat is, wat geen branfoffer is, of geordineerd om met vuur geheel op het altaar verbrand te worden, maar wat van de vuuroffers overblijft, enz. 19. Dat is, gij en uw zonen zult het voor een zeer heilig ding houden. Anders, een heiligheid der heiligheden, het zal uwe en uwer zonen zijn; dat is, omdat het een zeer heilig ding is, zult gij en uwe zonen dat hebben.